Het Rembrandthuis

Verscholen achter een eikenhouten deur en rode luiken bevindt zich een voormalig koopmanshuis, gelegen in het schilderachtige oude hart van Amsterdam. Hier heeft Rembrandt van Rijn bijna twintig jaar van zijn leven gewoond en gewerkt (van 1639 tot 1658).

Toen Rembrandt in 1639 met zijn vrouw Saskia van Uylenburgh in dit huis kwam wonen, verkeerde hij op het hoogtepunt van zijn roem: hij onderhield contacten in de hoogste kringen en hij zat bepaald niet om opdrachten verlegen. Op dit adres ontstonden wereldberoemde schilderijen (De Nachtwacht) en prenten (De Honderdguldenprent) en ontvingen tientallen 17de-eeuwse kunstenaars hun opleiding in het grote atelier op de eerste verdieping.

Behalve een gevierd kunstenaar en een gezocht leermeester was Rembrandt een hartstochtelijk verzamelaar. Zijn huis bood onderdak aan een adembenemende collectie schilderijen, prenten, rariteiten en andere kunstvoorwerpen. Door zijn royale manier van leven en het afnemen van de opdrachten werd Rembrandt in 1658 gedwongen zijn huis in de Jodenbreestraat te verkopen en te verhuizen naar een eenvoudige woning in de Jordaan.

Aan het begin van de 20ste eeuw was Rembrandts woonhuis sterk in verval geraakt. Een grondige restauratie, uitgevoerd tussen 1907 en 1911, redde het pand. Het huis werd gebruikt als museum, waar de prenten van Rembrandt werden tentoongesteld.

In 1998 werd aan de linkerkant van het huis een nieuwe, moderne museumvleugel gerealiseerd. Het interieur van het voormalige woonhuis is nu weer zoveel mogelijk teruggebracht in de stijl van Rembrandts tijd. Zeventiende-eeuwse meubelen en gebruiks- en kunstvoorwerpen geven een indruk van de bezittingen van Rembrandt toen hij in 1656 failliet ging.

Bekijk de Openingstijden

Bekijk de Prijzen